symbool mmbs metselwerken

Vernieuwing Universiteits­museum Utrecht

Gepubliceerd op

— Een voormalig laboratoriumcomplex aan de Lange Nieuwstraat kreeg in de jaren 90 van de vorige eeuw een nieuwe bestemming als museum. Het prijswinnende ontwerp van architect Koen van Velsen gooide het gebouw open met een transparante entree en verbond zo de straat met de achterliggende binnentuin. In de huidige tijd wil het UMU graag de mogelijkheid hebben om qua tentoonstellingsconcept meer te kunnen vernieuwen, met meer aandacht voor de actualiteit en innovatieve concepten. Daarnaast is er behoefte aan ruimte voor het steeds groter wordende aantal bezoekers. —

In het ontwerp van architectenbureau De Zwarte Hond blijven de gevel en het karakter van het huidige gebouw intact. Door het karakteristieke entreegebied anders in te richten, kan het museum de groeiende stroom aan bezoekers een betere ervaring bieden. Daarnaast zorgt de verbouwing voor een betere indeling van de ruimtes en worden kantoren in het hoofdgebouw tentoonstellingsruimtes. Zo komt er toch meer ruimte voor exposities, faciliteiten en bezoekers.

Van ginkgoblad naar eendenpoot. — Het museum krijgt een nieuwe lift. MMBS metselt in opdracht van Van Zoelen de buitenschil van de liftschacht die als nieuwe buitenmuur te zien zal zijn vanuit de binnentuin van het museum. De muur bestaat uit siermetselwerk in een prachtig ontwerp wat heden en verleden met elkaar verbindt. Enerzijds modern, anderzijds lijkende op damast, is het een reliëf wat ontstaat door het metselen van uitstekende koppen. Het motief loopt van rechtsboven naar linksonder en stelt een transitie van een Ginkgo biloba-blad naar een eendenpoot voor. Hiermee wil de architect de relatie mens-dier-plant, waar het museum voor een belangrijk deel over gaat, laten terugkomen. En dat even verderop een grote, oude Ginkgo staat, is ook niet geheel toevallig.

De steen die voor deze muur is uitgekozen is een Wasserstrich-klinker, het dunformaat Rot-Braun-Blau van de Duitse steenfabriek Deppe. De kleurverschillen en onregelmatige vlammen ontstaan door het bakken van de klei op hoge temperatuur (ca. 1200°C), de stapeling van de stenen in de oven (het vuur gaat er door heen) en door de aanvulling van kolen tijdens het bakken. Het metselen gebeurt door middel van de doorstrijktechniek met een uitbloeiingsarme doorstrijkmortel.

Voor het dak van het nieuwe gedeelte heeft de architect een creatieve oplossing bedacht. Speciaal voor dit doel gefabriceerde steenstrips worden gecoat, waarna ze met kit op een metalen raster bevestigd worden.

Tijdens de verbouwing van het museum, is er naast nieuwbouw ook aandacht voor restauratie. Lees er meer over in de restauratie van het kassencomplex van de oude hortus.

Opdrachtgever gehele project: Universiteit Utrecht